Mentoraat
De instelling van mentorschap is bedoeld voor mensen die hun persoonlijke belangen niet of niet meer kunnen behartigen. Deze belangen gaan niet over geld of goed. Het kan bijvoorbeeld gaan om mensen met een verstandelijke beperking, psychiatrische patiënten of dementerende mensen. Hier gaat het vooral om beslissingen die moeten worden genomen over verzorging, begeleiding, behandeling of verpleging. De mentor neemt dan zoveel mogelijk samen met de betrokkene, de beslissing. Bijvoorbeeld als het gaat om zelfstandig blijven wonen of als het gaat over een opname in een instelling.
De instelling van mentorschap kan, indien wenselijk, in combinatie met beschermingsbewind.
Wat houdt mentorschap precies in?
De mentor neemt beslissingen over de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van iemand. Dit zijn dus allemaal beslissingen op het persoonlijke vlak. Daarbij kan het ook over feitelijke dingen gaan, zoals het inzien van een dossier. Degene die een mentor heeft, blijft handelingsbekwaam en kan in principe zelf de eigen financiële zaken behartigen. De mentor neemt beslissingen op het persoonlijke vlak en heeft bij het vervullen van die taak de plicht om de persoon zoveel mogelijk zelf te laten beslissen en om een zelfstandig optreden van zo iemand te bevorderen. Ook heeft de mentor tot taak om op andere gebieden op het persoonlijke vlak de belangen van iemand in de gaten te houden en hem raad te geven.
Wanneer is mentorschap nodig?
Mentorschap is nodig op het moment dat blijkt dat iemand tekortschiet in het behartigen van zijn belangen op het gebied van gezondheid en welzijn.
Wie kunnen mentorschap aanvragen?
In eerste instantie kan iemand zelf mentorschap aanvragen maar ook een partner of familieleden tot in de vierde graad kunnen hiertoe een verzoek doen. Dat zijn ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, broers, zusters, neven, nichten en ook ooms en tantes.
- de betrokkene zelf;
- de partner van de betrokkene;
- familieleden van de betrokkenen tot in de 4e graad. Dit zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten;
- degene die het gezag uitoefent, zoals de voogd als de betrokkene minderjarig is;
- de officier van Justitie. Dit kan alleen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld omdat er geen familie meer is;
- de instelling waar iemand verblijft kan mentorschap aanvragen. Sinds 1 januari 2014 kunnen instellingen die de betrokkene verzorgen of begeleiden ook curatele en bewind aanvragen.
Hoe wordt mentorschap ingesteld?
Een mentorschap kan worden verzocht bij de kantonrechter door de betrokkene zelf, zijn familie, voogd, curator of het Openbaar Ministerie. De kantonrechter stelt het mentorschap in, op het moment dat vaststaat dat de betrokkene zijn niet-financiële belangen niet meer kan behartigen.
Hoe eindigt het mentorschap?
Het mentorschap eindigt door het verstrijken van de tijdsduur waarvoor het is ingesteld, maar ook door de dood of de onder curatelestelling van de betrokkene.
- door tijdsverloop, indien de mentor voor een bepaalde tijd was benoemd;
- door overlijden van de mentor;
- door ondercuratelestelling of instelling van een mentorschap ten behoeve van de mentor zelf;
- door ontslag dat hem door de kantonrechter met ingang van een door de rechter bepaalde dag wordt verleend.
Meer weten over mentoraat?
Indien u voor het aanmelden graag voorzien zou willen worden van meer informatie kunt u contact met ons opnemen. Dit kan per telefoon, per mail of via het bijgaande contactformulier.
- Bewindvoering 100%
- Curatele 100%
- Mentoraat 100%